Een lage bloedsuikerspiegel, technisch gezien hypoglykemie genoemd, kan optreden als het dier een slecht werkende alvleesklier heeft. De alvleesklier produceert insuline, dat suiker (glucose) naar de lichaamscellen transporteert om energie te leveren. Bij een teveel aan insuline heeft het dier hypoglykemie. Diabetische dieren die te veel insuline krijgen, lijden aan hypoglykemie Onvoldoende insuline kan een diabetisch coma veroorzaken, dat erg lijkt op hypoglykemie Zie hier over hypoglykemie bij puppy's.
Leveraandoeningen of zelfs een grote hoeveelheid darmparasieten die de spijsvertering verstoren, kunnen hypoglicemie veroorzaken. De jonge honden van de speelgoedrassen, zoals de pinschers of chihuahua's, ontwikkelen vaak hypoglicemie, zelfs als ze kerngezond zijn. Om te beginnen hebben ze geen grote voorraad vet, dat het organisme nodig heeft om energie te hebben, en hun onvolgroeide leversniet de suiker kunnen produceren die ze nodig hebben.
Als hun hartslag en ademhaling vertragen, worden dieren met een lage bloedsuikerspiegel zwak, suf, gedesoriënteerd en groggy. Ze kunnen gaan rillen of schudden, hun kop laten hangen, toevallen krijgen en in het ergste geval het bewustzijn verliezen en in coma raken. Dieren kunnen sterven zonder onmiddellijke verzorging en als ze diabetes hebben,medische hulp nodig zal hebben.
Over het algemeen is een lage bloedsuikerspiegel gemakkelijk te behandelen, mits de symptomen op tijd worden herkend, maar het is altijd belangrijk om je te laten beoordelen door je dierenarts.
Eerste hulp bij honden met hypoglykemie
VOEDSEL AANBIEDEN - Als je huisdier gedesoriënteerd begint te raken, geef hem dan iets te eten. Een paar eetlepels voer is meestal voldoende.
SUIKER AAN JE HUISDIER GEVEN - De snelste manier om je huisdier weer normaal te krijgen terwijl hij nog kan slikken, is hem een bron van suiker te geven, zoals Karo of honing. Gebruik één theelepel voor dieren onder de 20 kg. Voor grote dieren (20 tot 35 kg), twee theelepels, voor een hond van een reuzenras (meer dan 35 kg), twee en een halve theelepel. Laat hem likken. Als je huisdier erg duizelig is,Geef hem eerst wat gewoon water om te controleren of hij het kan doorslikken. Als hij geen water kan drinken, moet je een spuit zonder naald gebruiken. Geef hem eerst water met de spuit en probeer dan honing of karo.
Als je huisdier het bewustzijn heeft verloren of niet kan slikken, wrijf dan de glucosebron aan de binnenkant van zijn lippen en tandvlees, en het zal via de slijmvliezen in de bloedbaan worden opgenomen. In zulke gevallen is honing het beste. Je huisdier zou binnen 5 tot 15 minuten weer normaal moeten zijn.
Gebruik bij diabetische dieren geen suikerbronnen zoals honing of karo. Ga ermee naar de dierenarts, hij weet hoe je het kunt omkeren.
DE SCHOK BEHANDELEN - Dieren met hypoglykemie verliezen het vermogen om warm te blijven omdat er niet genoeg suiker in hun lichaam is om om te zetten in energie. Als de lage suikerspiegel niet wordt omgekeerd, kunnen ze heel snel in shock raken, en shock kan een dier binnen 10 tot 20 minuten doden. Wikkel je huisdier in een deken met een warmwaterzak of -kompresJe kunt ook een paar druppels karo of honing op zijn tandvlees doen om hem te helpen bij bewustzijn te blijven. In zulke gevallen is het belangrijk dat je hem onmiddellijk naar een dierenarts brengt.
LET OP ADEMHALINGS- EN HARTSTILSTAND - Een dier dat in een hypoglykemische coma raakt, kan stoppen met ademen en kunstmatige beademing nodig hebben. Breng het naar medische hulp.
Zorg voor honden met hypoglykemie
Speelgoedpups die gevoelig zijn voor hypoglykemie moeten 2 tot 3 keer per dag gevoerd worden, of moeten altijd voer tot hun beschikking hebben. Dit houdt hun bloedsuikerspiegel in balans.
Plan in het geval van een diabetisch dier maaltijden en bewegingsperioden zodat je de insulinedosering kunt regelen. Dit is belangrijk om een lage bloedsuikerspiegel te voorkomen.
De meeste diabetische dieren hebben een insulinevervangende behandeling nodig, en het is heel belangrijk om de specifieke dosering te kennen. Te veel of te weinig insuline kan gevaarlijk zijn. Je dierenarts zal tests doen om de juiste dosering te bepalen en je laten zien hoe je de injecties moet geven.
Lichte diëten - Vette dieren op een vermageringsdieet zetten kan het risico op hypoglykemie verminderen door diabetes te reguleren. Dit helpt omdat vermageringsdiëten langer in het spijsverteringskanaal blijven en een langzamere spijsvertering de bloedsuikerspiegel op peil houdt, waardoor hypoglykemie wordt voorkomen.
Voor diabetische dieren wordt voeding met veel vezels en weinig koolhydraten aanbevolen, die ook meer chroom bevat, een mineraal dat de effecten van insuline versterkt. Deze therapeutische diëten kunnen alleen worden voorgeschreven door de dierenarts.
Dieren zonder diabetes, die gevoelig zijn voor hypoglykemie, kunnen goede resultaten behalen met licht voer.
Vergeet niet dat het belangrijk is om het door een dierenarts te laten beoordelen.
Zorg goed voor je kleine vriend!